Red Velvet cake

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Klop 250 gram boter met de suiker en de eieren in een grote kom in 5 minuten luchtig.Pureer 150 gram bieten samen met 50 gram sap dat uit de verpakking komt glad met een staafmixer.

Hak de pure chocolade in stukjes. Smelt de chocolade met de zonnebloemolie in een steelpannetje op laag vuur. Klop vervolgens de gesmolten chocolade, bietenpuree, instant chocolademelkpoeder, vanillesuiker, bakpoeder, bloem en een theelepel zout door het beslag. Meng goed door met een mixer.

Bekleed twee springvormen met bakpapier. Schep 2/3 van het beslag in een bakvorm en 1/3 van het beslag in de andere vorm. Bak de cake in 45 minuten af en laat afkoelen.

Klop de slagroom stijf met 4 eetlepels poedersuiker en meng de kersen erdoor.

Hak de witte chocolade in stukjes en smelt de chocolade op laag vuur met 50 gram boter. Meng de roomkaas door de chocolade. Als het roomkaas-chocolademengsel is afgekoeld, kun je de rest van de boter erdoorheen mengen.

Halveer de chocoladecake die voor 2/3 gevuld was met beslag in 2 cirkels. Verdeel de helft van de kersenslagroomvulling over de cake en bestrooi deze vervolgens met de helft van de amandelcrisps. Leg de volgende laag cake op de taart en verdeel de rest van de vulling en amandelcrisps over de taart. Dek af met de laatste laag.

Verdeel het witte chocoladeglazuur over de bovenkant van de taart en werk de randen af totdat de hele taart bedekt is met een witte laag. Probeer het glazuur zo glad mogelijk te strijken. Zet de taart vervolgens minstens twee uur voor het serveren in de koelkast.

Halveer de granaatappel, tik met een houten lepel tegen de schil en vang de pitjes op in een kom. Doe dit ook met de andere helft.

Versier de bovenkant van de taart met de bosvruchten, granaatappelpitje en de rest van de poedersuiker. Serveer de Red Velvet cake met vanille-ijs.

Tip: je kunt deze Red Velvet cake prima een dag van tevoren maken en in de koelkast bewaren.