Bereiding
- Klop de eieren en melk in een kom. Voeg broodmeel, 80 g bruine suiker en zout toe en roer tot een glad beslag ontstaat.
- Was ondertussen de sinaasappel grondig en rasp ongeveer 1 theelepel van de schil. Halveer de sinaasappel en pers het sap eruit. Schil de sinaasappel met een scherp mes, zodat ook de witte binnenlaag wordt verwijderd. Snijd met V-vormige sneden in de scheidingswanden van de vrucht.
- Smelt de boter in een pan op middelhoog vuur, voeg de resterende bruine suiker toe en laat dit ongeveer 2 minuten licht karamelliseren. Blus af met het sinaasappelsap en 50 ml cognac en laat sudderen tot het karamel is opgelost. Voeg de sinaasappelrasp en -filets toe en houd warm.
- Verhit een pan op middelhoog vuur, bestrijk deze met wat boter en bak hierin telkens 8 dunne crêpes uit het beslag.
- Vouw de crêpes in vieren en leg ze in de hete saus. Als alle crêpes klaar zijn, besprenkel ze met de resterende cognac en steek ze aan. Zodra de vlam is gedoofd, bestrooi direct met poedersuiker en serveer.
