Bereiding
Neem de groenten en het bladerdeeg uit de vriezer. Doe de groenten in een kommetje en laat het bladerdeeg in de folie een half uur ontdooien. Verwarm de oven voor op 200 °C.
Schil de aardappelen, snij ze in dobbelstenen en kook vervolgens in weinig water in 10 minuten gaar. Snij ondertussen de sperzieboontjes in stukjes. Laat de groenten de laatste 2 minuten meekoken op de aardappelen, giet het af en laat afkoelen.
Pel de ui en snij in stukjes. Snij de peper in de lengte door, verwijder de zaadjes en snij hem fijn. Verhit de olie. Voeg de ui toe met de rode peper en laat 3 minuten zachtjes fruiten. Bestrooi met zwarte peper, paprika-, een halve theelepel kerriepoeder en korianderkruiden en zet het vuur uit. Voeg het uimengsel bij het groentemengsel.
Bestuif het werkblad met bloem. Leg de blaadjes bladerdeeg hierop en rol ze allemaal ui tot ongeveer drie keer de lengte. Snij ze dan in de lengte door. Je hebt nu 12 repen deeg. Leg op het uiteinde van een deegreep een eetlepel groente en vouw het deeg met vulling en al diagonaal om. Ga hier mee door zodat de vulling in een driehoekje ingepakt word door het deeg. Vul de andere stukken deeg op dezelfde manier. Leg de pakketjes op een met bakpapier beklede bakplaat, besmeer ze met zachte boter en bak ze in 15 à 20 minuten goudbruin.
Halveer de komkommer in de lengte, verwijder de zaadjes met een lepeltje en rasp beide stukken boven een kom. Pel de sjalot en rasp hem over de komkommer. Bestrooi met de kerriepoeder, versgemalen peper en zout.Pluk de blaadjes van de takjes munt en hak deze fijn. Roer samen met de Griekse yoghurt door de komkommer. Bestrooi met de Garam Masala en schep in een kommetje.
Meng het limoensap door de mango-chutney.
Frituur de papadams volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Serveer de somosa’s warm samen met komkommer raita, mangochutney en papadams.