Bereiding
- Breng een grote pan water met een snuf zout aan de kook.
- Maak de rode ui en knoflook schoon.
- Halveer de kastanjechampignons en snijd de rode ui in grove stukken.
- Hak de knoflook fijn.
- Verhit een grote koekenpan op middelhoog vuur en bak de gerookte spekblokjes totdat ze krokant en goudbruin zijn.
- Schep de spekjes uit de pan.
- Voeg in dezelfde pan de roomboter toe.
- Zodra de boter gesmolten is, voeg je de gesneden kastanjechampignons en rode ui toe en bak deze 4-5 minuten tot ze goudbruin zijn.
- Voeg de fijngehakte knoflook toe aan de champignons.
- Bak nog eens 3-4 minuten tot de ui zacht en glazig is.
- Kook ondertussen de verse panzarotti volgens de aanwijzingen op de verpakking.
- Dit duurt meestal 3-4 minuten.
- Voeg de blaadjes van de takjes tijm toe aan de koekenpan met kastanjechampignons en roer alles goed door.
- Breng op smaak met peper en eventueel een klein beetje zout (de spekjes zijn vaak al zout genoeg).
- Giet af en voeg de panzarotti direct toe aan het champignonmengsel.
- Voeg de krokante spekjes toe aan de pan met de panzarotti en champignons.
- Schep alles voorzichtig om, zodat de panzarotti goed bedekt is met de boter en de smaken van de champignons, ui en spekjes.
- Serveer de panzarotti direct op borden.
- Garneer met geraspte Parmezaanse kaas en een paar extra tijmblaadjes.